Lucht is overal om ons heen. Je ruikt het niet, je ziet het niet en je kan het niet vastpakken. Wat we ruiken en zien zijn gassen die in de lucht aanwezig zijn. Wat we voelen is de verplaatsing van lucht, dit noemen we wind. Lucht is altijd om ons heen. Mensen, dieren en planten kunnen niet leven zonder lucht. De lucht die wij inademen is een mengsel van verschillende stoffen. De bekendste stoffen zijn stikstof, zuurstof, waterdamp en koolstofdioxide. De moleculen van deze gassen zou je kunnen voorstellen als microscopisch kleine pingpongballen die in de lucht hangen.
Deze moleculen hebben daadwerkelijk ook een gewicht en dankzij de zwaartekracht worden de luchtmoleculen bij de aarde gehouden. We danken ons leven aan deze atmosfeer van de aarde.
Aangezien lucht dus een materie bevat en gewicht heeft, drukken de hoger gelegen luchtlagen op de lagen eronder. Op de onderste lagen lucht rust een heel pak hoger gelegen luchtmoleculen die deze samendrukt. Hoe lager bij het aardoppervlak hoe hoger deze luchtdruk. De luchtdruk op zeespiegel niveau is ruim 100.000 pascal. Ook de dichtheid van moleculen is vlak bij het aardoppervlak groter, dan op flinke hoogte.
Wat heeft luchtdruk nu met geluid te maken? Alles!
Op iedere plaats op aarde heerst een bepaalde luchtdruk. Als er niets is wat de rust van de luchtmoleculen verstoord, wordt ons trommelvlies van ons gehoor niet in beweging gebracht en horen wij ook niets. Worden de luchtmoleculen in beweging gebracht door bijvoorbeeld een trillend voorwerp, dan ontstaat er een drukgolf in de lucht, in de vorm van moleculen die elkaar aanstoten.
Dus een vibratie van een voorwerp brengt de moleculen van de omringende lucht in beweging, deze stoten weer naastliggende luchtmoleculen aan waardoor een golfbeweging tot stand komt. Dit noemt men ook wel een geluidsgolf.